Ik krijg regelmatig de volgende vraag:
Kan een bestaande hydrauliek installatie zomaar naar een koude omgeving of moet er andere olie gebruikt worden?
Allereerst moet bepaald worden wat de laagste opstarttemperatuur en de bedrijfstemperatuur is.
Het handigst is om de specificaties van de huidige olie te vergelijken met de specificaties van de geïnstalleerde hydrauliekpomp. De meeste pompfabrikanten geven een algemeen en geadviseerd viscositeitsbereik op. De pomp is het meest kritische onderdeel, want als de hydrauliekolie te dik wordt door een lage temperatuur zal de pomp gaan caviteren.
Hierbij enkele voorbeelden:
Aanbevolen | Maximaal | |
Casappa tandwielpomp | 12 tot 100 cST | 750 cST |
Casappa LVP plunjerpomp | 15 tot 35 cST | 1500 cST bij opstarten bij -25 graden C, met rechte en korte zuigleiding |
Danfoss series 45 plunjerpomp | 9 tot 110 cST | 1000 cST bij koude start |
De hydrauliekoliefabrikant geeft of een grafiek of een tabel met de viscositeit bij bepaalde temperatuur op. De viscositeit geeft de stroperigheid van de olie aan. Hoe hoger het getal des te dikker de olie. De standaardcodering van de hydrauliekolie geeft de viscositeit aan bij 40⁰ C. Bijv. Tellus 46 heeft een viscositeit van 46 cSt bij 40⁰ C.
Hieronder een grafiek waarin de viscositeit is af te lezen bij bepaalde type olie en temperatuur:
Door de gegevens van de pomp te vergelijken met de gegevens van de olie bij zowel opstarttemperatuur als bedrijfstemperatuur is te bepalen of de bestaande olie geschikt is of dat er andere olie gebruikt moet worden.